De zee stikt van het plastic
22 APRIL 2016
Griet Nijs
Van het kleinste knopje tot het meest luxueuze tuinmeubilair. Plastic is niet meer weg te denken uit onze dagelijkse wereld. Maar achter het gebruiksgemak van plastic schuilt een duister kantje. Veel kunststoffen voorwerpen komen na gebruik in het milieu terecht en zorgen daar voor onnodige problemen.
Het ziet er feestelijk uit, duizenden kleurrijke ballonnen die de hemel sieren, steeds hoger klimmend op weg naar een onbekende bestemming. Al te vaak worden grote evenementen afgesloten met zulke ogenschijnlijk vrolijke en feeërieke taferelen. Maar 85-90% van die ballonnen knalt op grote hoogte uit elkaar en dwarrelt in kleine stukjes naar beneden om vervolgens ergens in de natuur terecht te komen. Onder een storm van protest uit de hoek van milieubewuste luisteraars, gelastte radiozender MNM onlangs om die reden dan ook haar geplande evenement af, waarbij 10.000 heliumballonnen zouden worden losgelaten. Enkele weken later besloot ook de VRT in te gaan op de vraag van Vogelbescherming Vlaanderen om bij grote evenementen geen ballonnen meer op te laten. Het bewustzijn groeit, maar wat is nu precies het probleem?
Kunststof, in de volksmond beter gekend als plastic, bestaat in vele vormen en kleuren en de samenstelling ervan verschilt naargelang het gebruik. De meest alomtegenwoordige kunststof, polyetheen, wordt gebruikt voor het vervaardigen van o.a. plastic (PET) flessen en zakjes, ballonnen en verpakkingsfolie. Polypropeen vormt dan weer de basis voor jerrycans, scheepvaarttouw en kunstmeubelen en polyvinylchloride (PVC), dat ondermeer gebruikt wordt voor vloerbedekking (vinyl), raamkozijnen en dashboards, is na polypropeen in de auto-industrie de meest gebruikte kunststof. Het is herbruikbaar, licht en slijtvast. Maar daar knelt nu net het schoentje.
België is een trieste koploper wat betreft de hoeveelheid zwerfvuil dat op onze stranden wordt aangetroffen. Middelkerke 27 november 2015 (foto: Griet Nijs)
In tegenstelling tot natuurlijke producten als bladeren, fruitresten of hout bestaan er geen (biologische) processen die de chemische verbindingen van plastic kunnen afbreken. Terwijl een klokhuis van een appel er zo’n twee maanden over doet om afgebroken te worden in de natuur, kan de degradatie van plastic voorwerpen tot enkele honderden jaren in beslag nemen. De plastic voorwerpen vergaan daarbij niet echt, maar vallen in steeds kleinere stukjes uit elkaar tot zogenaamde micro- en zelfs nanoplastics, deeltjes zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn voor het blote oog. Ook in sommige verzorgingsproducten zoals scrubs, tandpasta, lipbalsem of shampoo worden microplastics verwerkt.
Onzorgvuldige omgang met afval in combinatie met die lange afbraakperiode zorgt ervoor dat veel van het – vaak eenmalig gebruikte – plastic uiteindelijk via onze waterwegen in zee terechtkomt. Een Belgische studie wees uit dat maar liefst 60-80% van alle afval in zee bestaat uit plastic. Wereldwijd goed voor naar schatting zo’n 10 miljoen ton, waarvan het merendeel microplastics. Bij een inventarisatie van het aangespoelde afval op de Belgische stranden in 2010 en 2011, werden maar liefst 64.290 items aangetroffen per km strand, waarvan meer dan 95% bestond uit kunststof. België behoort daarmee tot een van de weinig benijdenswaardige koplopers wereldwijd.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat al dat rondzwervend plastic voor problemen zorgt. Zeevogels, zeezoogdieren en zeeschildpadden geraken met regelmaat verstrikt in sixpackhouders, plastic zakken, touwen en ander zwerfafval, vaak met dodelijke afloop. Vele zeevogels aanzien de ronddrijvende plastic deeltjes bovendien als eten. Ze voeden zichzelf en hun jongen ermee. Het opgenomen plastic geraakt echter niet verteerd. Het blijft in de maag aanwezig en geeft een vals gevoel van voldoening of zorgt voor obstructies zodat de dieren en hun jongen uiteindelijk een hongerdood sterven.
Bij de dissectie van deze Noordse Stormvogel werden verschillende stukken en soorten plastic aangetroffen in de maag (Foto: J.A. Van Franeker, IMARES)
Onderzoek naar de maaginhoud van Noordse stormvogels wees uit dat in het zuidoostelijke deel van de Noordzee (van Het Kanaal tot de Duitse Bocht) maar liefst 97% van de aangespoelde dode vogels plastic in de maag heeft met een gemiddelde van 50 stukjes plastic per vogel. Dit is ongeveer twee keer zo hoog als rond de Schotse Eilanden (91%; 20 stukjes). 1-2% van de onderzochte vogels had restanten van een ballon in de maag. Ook de potvissen die recent aanspoelden op verschillende kusten langs de Noordzee bleken na een autopsie grote hoeveelheden plastic in hun magen te hebben. Regionale verschillen over het hele Noordzeegebied deden de onderzoekers concluderen dat de mate van zwerfvuil in de Noordzee grotendeels wordt bepaald door lokale of nabijgelegen bronnen.
Recent is uit onderzoek ook gebleken dat die minuscule plastic deeltjes kunnen opgenomen worden door de organismen die in zee leven. Ze berokkenen schade aan hun ingewanden, kunnen de hormonenhuishouding verstoren of veroorzaken vergiftigingsverschijnselen. Uiteindelijk komen ze via het mariene voedselweb ook op onze borden terecht.
Tekst: Griet Nijs, Natuurpunt Studie
Bronnen:
M. Claessens, L. Van Cauwenberghe, A. Goffin, E. Dewitte, A. Braarup Cuykens, H. Maelfait, V. Vanhecke, J. Mees, E. Stienen & C. Janssen (2013). Assessment of Marine Debris on the Belgian Continental Shelf: occurrence and effects “AS-MADE”. Final Report. Brussels: Belgian Science Policy Office 2013 – 79 p. J.A. Van Franeker, M. Heubeck, K. Fairclough, D.M. Turner, M. Grantham, E.W.M. Stienen, N. Guse, J. Pedersen, K.O. Olsen, P.J. Andersson, B. Olsen (2005). ‘Save the North Sea’ Fulmar Study 2002-2004: a regional pilot project for the Fulmar-Litter-EcoQO in the OSPAR area. Alterra rapport 1162, Wageningen.
Bezoek me ook Sociaal (op You Tube vindt U alle afspeellijsten waar ik aan aan het werken ben)
Comments